Interviews
Wim Meerman, alias Wim Kapraol
Aan het eind van de 18e eeuw kwam ons land onder de hegemonie van Frankrijk met keizer Bonaparte. De bezetting zou tot 1813 duren. De Bataafse Republiek heerste, maar werd al snel vervangen door een koninkrijk toen in 1806 Lodewijk Napoleon op de troon gezet werd. Lodewijk maakte zich echter in de ogen van zijn broer te geliefd bij de Nederlanders en werd in 1810 afgezet. Het koninkrijk werd toen geannexeerd bij Frankrijk. In 1811 voerde Napoleon de Franse wetgeving in en zo ontstond onder andere het kadaster en de gemeente Neede, met als eerste burgemeester J.G. Sölner. Needse jongens vanaf 21 jaar moesten bovendien mee met Napoleon op veldtocht.
Het is het stuk verhaal in een kleine notendop dat Noordijker Wim Meerman (1943) neerschreef in zijn boek ‘Neede voor 200 jaar’. Het zou niet zijn eerste publicatie en ook niet zijn laatste zijn. Geschiedenis boeide hem al vroeg, aangewakkerd door een leraar op de MULO. De inspiratie om het boek ‘Neede voor 200 jaar’ te schrijven ontstond in 1995 toen hij in zijn familiegeschiedenis dook. “Onze bijnaam luidt ‘Kapraol, Korporaal’, zo genoemd omdat mijn familiegeschiedenis verbonden is aan de boerderij ‘De Kapraol’ aan de G.L. Rutgersweg in Noordijk, waar volgens de overlevering een korporaal uit het leger van Napoleon zou hebben gewoond. Van die boerderij is rond 1900 door de Needse kunstschilder Albert Hemelman nog een ets gemaakt, welke jaren in de raadszaal van het gemeentehuis heeft gehangen. Ik heb echter ontdekt dat dit verhaal niet helemaal klopt. Er woonde weliswaar een korporaal in die boerderij, maar die was in dienst van een particulier Nederlands leger dat tegen Napoleon vocht. In de doopboeken van de Nederduits Gereformeerde Gemeente Neede staat: ‘Hermen Willemsen, corporaal onder ’t Regiment van den Generaal Major Graaf van Welderen.’ Die korporaal heette dus Willemsen en was geen familie van mij. Pas vanaf 1885 heeft er een Meerman in de boerderij gewoond. Mijn overgrootvader trok bij de familie Willemsen in omdat zijn vrouw daar in dienst was. Daar woonden toen de laatste twee broers Willemsen. Ze lieten mijn overgrootvader de boerderij na op voorwaarde dat de eumkes er tot hun einde konden blijven wonen. Zo is de bijnaam ‘Kapraol’ aan de familie Meerman gaan ‘kleven’.”
Kapraol in ’n Barg
Wim is in Noordijk geboren aan de spoorbaan, waar zijn grootvader een boerderijtje, taxibedrijf en klompenmakerij had gebouwd. Dat werd de Kapraol in ’n Barg. Die spoorbaan vormde ook de kortste weg naar de lagere school in Noordijk, nu de Oale Schole. Er lag een zandpad naast, maar dat was in de winter vaak onbegaanbaar waardoor hij al balancerend op een rail naar school liep. Ook werd er wel eens een cent op de rails gelegd, net voordat de trein passeerde. Dat ging goed, totdat er een keer vlak daarna een rem of een wiel van een wagon vastliep. Het gevolg was veel herrie en rookontwikkeling. De ware toedracht echter is nooit achterhaald. Na zijn huwelijk, toen het spoor al lang opgeheven was, woonde hij nog een tijdje in het oude stationsgebouw.
Na zijn middelbare school en vervolgopleiding bij Holland Signaal verhuisde hij naar Neede. In 1988 echter keerde hij weer terug naar Noordijk, waar hij nog lid was van een aantal verenigingen. “Het was een soort nostalgie, die terugkeer, ik miste het dorpse leven en het buurtgevoel dat in die tijd in Noordijk sterker was dan in Neede. Natuurlijk vindt je je jeugd niet meer terug, maar de sociale controle en de saamhorigheid onderling bestonden nog wel in Noordijk. In latere jaren is dat ook minder geworden. Als je vroeger een uitnodiging voor een feest kreeg, dan ging je, dat was vanuit het naoberschap vanzelfsprekend. Tegenwoordig is de interesse in de gebruiken van het naoberschap verflauwt. In Neede begon die ontwikkeling al eerder en zette door, zeker ook na de komst van de N18.
Noordijk was altijd al meer agrarisch gericht, met grote boerderijen die zelfvoorzienend waren en keuterboeren en dagloners die bij de grote boeren werk vonden. Verder waren er nog geen loonwerkers en landbouwmachines, zodat de buren elkaar hielpen om de rogge en het hooi van het land te halen.”
Boek over Noordijkerveld
Het spitten naar het verleden werd een belangrijke bezigheid in zijn leven. Hij was bestuurslid van de Historische Kring Neede en werd lid van de Historische Vereniging Oud Noordijk. Van beide verenigingen is hij nog steeds lid. Zijn werkzaamheden beperkt hij tegenwoordig tot bijdragen aan en opmaak van de ‘Noariker Jaorgang, het jaarblad van de Historische Vereniging Oud Noordijk. In 2019 kwam zijn laatste, omvangrijke bijdrage uit, een boek over het Noordijker Veld. Dit schreef hij samen met Jan Krooshof en Jan Markink voor zowel de Historische Kring Neede als de Historische Vereniging Oud Noordijk.
Begin 19e eeuw, toen de gemeente Neede werd opgericht, was het Noordijker Veld een groot gebied dat voornamelijk uit heide bestond. Het was nat en onvruchtbaar en niet geschikt voor bewoning. Het besloeg het gebied vanaf Gelselaar tot aan de Duitse grens bij Buurse. Het huidige Noordijker Veld bevat met De Bollert het laatst overgebleven stuk van dat vroegere natuurgebied. De eerste bewoners kwamen rond 1800 en vestigden zich aan de rand van het Noordijkerveld. Het gebied stond toen nog onder regie van de Marke Noordijk, een van de vier Marken van de gemeente Neede, 1082 ha in omvang. Het waren rondtrekkende boeren die in één nacht een hut neerzetten. Als ’s morgens de schoorsteen rookte, dan konden ze daar blijven wonen. Ze moesten wel een vergoeding aan de Marke betalen.
De echte ontginning van het gebied begon een eeuw later. Boeren uit Noordijk en Gelselaar kochten grond en ontgonnen het veld met de hand. Zo ontstonden de eerste weidevelden.
Daarnaast kwam er de proefboerderij van textielfabrikant Ter Kuile. Die proefboerderij, gelegen nabij Diepenheim tegenover de huidige camping Den Blanken, besloeg zo’n 150 ha. “Het Noordijker Veld werd vroeger doorsneden door de spoorlijn Neede-Hellendoorn die langs mijn geboortehuis liep. Ook de grootmoeder van Jan Krooshof werd aan de rand van het gebied geboren. De aanleg van het spoor werd vooral door de fabrikanten gepromoot. Ze hadden het spoor nodig voor de aanvoer van kolen naar hun textielstoomfabrieken in Neede, Goor en Nijverdal en voor hun steen- en pannenfabrieken op Het Kisveld en in Noordijk. De lijn Neede-Hellendoorn deed op 29 april 1910 voor het eerst het station Noordijk aan. Op 11 oktober 1965 reed de laatste trein het station binnen.”
Ruilverkaveling
Na de oorlog werd vooral vanuit de jongerenorganisaties de roep om ruilverkaveling sterker. In 1947 werd de aanvraag gedaan bij de Cultuurtechnische Dienst in Almelo door de besturen van de Aan- en Verkoopvereniging Noordijk te Noordijk en de Coöperatieve Landbouwvereniging Rietmolen en Omstreken te Neede. Het betrof het gebied ‘de Berg’, ook wel ‘Neederberg’ genoemd.De nieuwe Ruilverkavelingswet kwam in 1954 tot stand. Uiteindelijk werd in de jaren daarna ruim 1200 ha verkaveld. Het ruilverkavelingsgebied werd globaal begrenst door de Markveldsedijk, Reurinkweg, Elsmansdijk, Aaftinksdijk, Lage Broekdijk, de Bolsbeek van Aaftinksbrug tot Giffelerbrug, Borculoseweg, de huidige rondweg, Visschemorsdijk, Pagertweg en de Diepenheimseweg. De ruilverkaveling had ook invloed op de infrastructuur in het gebied en de bewoning. Onder meer is de rondweg in die tijd aangelegd, werden onverharde wegen verhard en werden waterlopen verbreed en uitgediept.
Qua bewoning veranderde er ook iets. Drie boerderijen werden verplaatst. De familie Geerdink ging van de Schoolweg op het ‘Meistershoes’ naar de Hagdijk. De familie Roerink verhuisde van de G.L. Rutgersweg naar de Mengersdijk en de familie Stokkers ging van de Blikweg naar de Benninkdijk. Ook werden een aantal oude boerderijen en woningen afgebroken: ‘De Menger’ aan de Mengersdijk, ‘Lodeweges’ aan de G.L. Rutgersweg, ‘Stikkers’ achter Café Hasssink, Vrielink; aan de Haardijk, ‘’t Veurtjen’ aan de Voort, ‘’t Bosman’ aan de Diepenheimseweg en ‘Meengsman’ aan de Elsmansdijk. (1)
Noordijker Jan Markink
In het boek is ook aandacht geschonken aan de bewoners. Daarvoor is Noordijker Jan Markink op pad geweest om interviews af te nemen. Helaas werd hij ernstig ziek en was daardoor niet meer in staat om dit af te ronden. Wim heeft daarna de interviews afgerond. Jan overleed enkele dagen nadat hij het eerste exemplaar van Het Noordijker Veld in ontvangst nam. Het volgende onderzoek staat al op stapel en zal in 2021 in de eerstvolgende Noariker Jaorgang verschijnen. Het gaat over de geschiedenis van de Noordijker molen die op het huidige terrein van Kolkman Floors heeft gestaan. De molen werd in 1925 afgebroken omdat hij versleten was en niet vanwege de cycloon van Borculo, zoals vaak is gesuggereerd.
(1) Tekst ontleend aan boekje Ruilverkaveling “Neederberg” een uitgave van de HKN en HV ”Oud Noordijk” (1991).
Bronnen beeldmateriaal:
- Wim meerman – RobWeeber
- Overig: Historische Vereniging Oud Noordijk