1470

6. Christus op de koude steen

De Reformatie in de 16e eeuw betekende een keerpunt in de kerkgeschiedenis. Veel katholieke kerken werden van hun kunst ontdaan en ‘omgedoopt’ tot protestante kerken. De toenmalige katholieke kerk in Neede verloor daarmee drie belangrijke schatten, drie beelden uit de 2e helft van de 15e eeuw. Het betrof een Piëta van zeldzame afmeting, ‘Christus op de koude steen’ en een deel van een sacramentshuisje. Zij werden pas in 1929 teruggevonden en waren zwaar beschadigd. De bijzonderheid van de beelden zorgde er uiteindelijk voor dat ze werden gerestaureerd en weer tentoongesteld.

De entree van de huidige Grote Kerk. In de toren staan de gerestaureerde Needse beelden.

De piëta.

Zoals alle kerken, was ook de PKN Kerk in Neede tot aan de Reformatie een katholieke kerk. Neede behoorde tot de Heerlijkheid Borculo dat in 1616 door de inlijving van het hertogdom Gelre in protestante handen kwam. De Reformatie, of Hervorming, was een keerpunt in de kerkgeschiedenis. Het bracht een einde aan de overheersing van de Rooms-katholieke Kerk. De protestanten zette het gesproken woord in de eredienst centraal en alles daaromheen diende te verdwijnen, waaronder muurschilderingen en beelden. Veel beelden zijn dan ook vernietigd tijdens de Reformatie, waaronder ook drie Needse stenen beelden, Christus op de koude steen, de Piëta en een gedeelte van een sacramentshuisje. Met name dit laatste beeld duidt op de katholieke oorsprong van het gebouw. In het sacramentshuisje werden vroeger de hosties bewaard.

Ontdekking van de beelden

De beelden stammen uit de tweede helft van de 15 e eeuw, uit de tijd van de laatgotiek, en zijn waardevolle kunstschatten vanwege hun gedetailleerdheid en afmeting. Waarschijnlijk zijn ze uit een Duits atelier uit de omgeving van Münster afkomstig. Tijdens de Reformatie zijn ze vernield en vermoedelijk in een open graf onder de vloer van de kerk terechtgekomen. In 1846 werd de kerk op de toren na afgebroken en vervangen door een waterstaatskerk. De toenmalige dominee Van Kesteren sprak van ‘zeer bouwvallige omstandigheden’. (1) De ranke spits van de toren, met de bijnaam ‘paknaolde’, was in 1842 al vervangen door een kortere, stompe torenspits. Bijzonder is dat tijdens de sloop van de oude kerk niemand de beelden heeft ontdekt. Dat gebeurde pas in 1929 toen de kerk gerestaureerd werd. Als eerste werd het met doornen bekroonde hoofd van Christus uitgegraven. De resten van de beelden zijn in het atelier van professor Odé in Delft gerestaureerd en gedeeltelijk gereconstrueerd. Daarna kregen ze een plaatsje in de toren. Door de grote brand in 1945 echter stortte een torenklok naar beneden. Wederom werden de beelden beschadigd. De klok was een bijzonder product van Wolter Westerhues en stamde uit 1507.

Voorstelling beelden

Alle drie de beelden zijn gemaakt van Baumbergersteen, een fijnkorrelige zandsteen die veel voor het maken van stenen beelden wordt gebruikt. De grootste van de drie beelden betreft de ‘Piëta’, ook wel als Vesperbeeld in de Duitse grensstreek aangeduid. Het woord Piëta stamt uit het Italiaans en staat in de kunstwereld voor een ‘afbeelding of uitbeelding van de dode Christus vergezeld door Maria of engelen.’ (2) Een van de bekendste voorbeelden is de Piëta van Michelangelo uit 1499 in Vaticaanstad. Met een hoogte van 147 cm en een breedte van 158 cm heeft het Needse beeld een uitzonderlijke omvang voor een beeld uit de gotische tijd. Zelfs het rijksmuseum voor religieuze kunst in Utrecht, het Catharijneconvent, bezit geen Piëta van een dergelijke grootte. Het beeld laat een van het kruis genomen, half liggende Christus zien die met zijn linker onderlijf tegen de rechterknie van Maria leunt. Het tweede beeld van Jezus is ‘Christus op de koude steen’. Dit beeld laat Christus zien, zittend op een steen. Hij wacht met gebonden handen zijn naderende kruisiging af. Dit beeld is 147 cm hoog en 45 cm diep. Beide beelden tonen sporen van polychromie, wat erop wijst dat ze oorspronkelijk gekleurd waren. Het derde beeld is een deel van een zogenaamd sacramentshuisje, de plek waar de hosties werden bewaard.

Definitieve restauratie

Na de provisorische restauratiewerkzaamheden aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, werden pas in 2008 nieuwe plannen gemaakt om de beelden goed te restaureren. Er werd een stichting opgericht, de ‘Stichting tot instandhouding en behoud Needse beelden’. Zij kwam in 2014 tot de conclusie dat de restauratie, indien werd afgezien van impregnatie met een dunne acrylhars in de poriën van de steen, op ƒ. 60.000,00 kwam . Op 3 november 2014 werden de beelden naar restaurateur Adriaan van Rossem in Nijmegen gebracht, waar ze in 2015 werden gerestaureerd. De gemeente ondertussen renoveerde de binnenzijde van de toren . Op 19 maart 2016 werden de beelden officieel onthuld. Ze staan in de kerktoren op sokkels, bekleed met natuursteen en omgegeven door een glazen wand met verlichting. De beelden vormen een belangrijk Needs erfgoed.

 

Bron:
(1) https://www.heerlijkheidborculo.nl/blog/2016/03/24/de-muurschilderingen-in-de-in-1846-gesloopte-st-ceciliakerk-van-neede/
(2) https://nl.wikipedia.org/wiki/Pi%C3%ABta
http://reliwiki.nl/index.php/Neede,_Kerkplein_1_-_Grote_Kerk_(1848_-_1945)
http://www.needsebeelden.nl/

© Tekst Rob Weeber – Vanatoto.com