Interviews

Gerrit Wormgoor, alias Gerrit Vonderman

Desgevraagd vindt hij zichzelf niet thuishoren in het rijtje bekende namen als Hendrik Willem Heuvel, Gerhardus van der Lugt, Kerst Zwart en de Needse kleuterjuffen Hoenink en Greupink. Wie echter zijn verhaal aanhoort, weet dat ook Gerrit zijn stempel op het (openbaar) onderwijs heeft gedrukt.

Gerrit Wormgoor

Gerrit Wormgoor (1937) werd als boerenzoon in Noordijk geboren op de boerderij Vonderman. Als snel bleek dat hij voor het boerenerf niet geschikt was. Hij had teveel liefde voor dieren en de natuur. De boterbloem en klaver in het grasland waren geen onkruid en het afslachten van het werkpaard na 12 jaar trouwe dienst was niet eerlijk. De vraag rees wat hij dan wel moest gaan doen. “In die tijd wilden boeren een beroep dat dicht bij hun eigen bedrijfstak lag en het liefst ook nog wat aanzien had. Ik moest dus maar landmeter worden van mijn vader. Maar dat zag ik niet zitten. Uiteindelijk werd het de kweekschool in Doetinchem. Daar hadden we nog dertien vakken, een gedegen ondergrond om les te geven op de basisschool.”

Vonderman 1945: Ouderlijke boerderij ‘Vonderman’ van de familie Wormgoor in Noordijk.

Onderlinge voetbaltoernooi

Gerrit was overtuigd PvdA aanhanger, maar eerder realist dan idealist. Hij was een bouwer met een rood hart voor die leerling die een andere manier van begeleiding nodig had dan reguliere lagere schoolleerling. Menigmaal stond hij voor hen op de bres, of het nu tegen gemeentebestuur, schoolbegeleiding, onderwijsinspectie of ministerie gericht was. Tegelijkertijd was hij een verbinder. Zo kreeg hij het in de jaren zestig van de vorige eeuw voor elkaar om het voetbaltoernooi tussen de verschillende basisscholen terug te laten keren, onder meer door Jan Floors als neutrale scheidsrechter in de finale op te laten treden. Voor de meisjes organiseerde hij ‘matbal’, een variant op basketbal. Ook kwam hij maandelijks met de andere schooldirecties samen. Daar werden onder meer afspraken gemaakt over tussentijds overstappen van leerlingen naar een andere school. Het lukte hem zelfs in de jaren zestig en zeventig om leerlingen van confessionele scholen, het gesubsidieerde, vrije onderwijs, naar binnen te halen. Daartegenover stond dat hij voor goede leerkrachten zorgde die alle vakken, waaronder ook godsdienstonderricht, goed beheersten. Leerlingen konden zelfs hun heilige communie in de kerk doen. Het gevolg was dat er een vriendschappelijke sfeer tussen openbaar en bijzonder onderwijs ontstond. In naburige gemeenten werd daar met afgunst naar gekeken.

Na vijf jaar al schoolhoofd

Neede, Borculoseweg met U.L.O school

Zijn eerste ervaring in het onderwijs betrof een korte invalbeurt op de Haarschool in Neede, de school voor het buitengewoon lager onderwijs die in 1957 door vijf gemeenten werd opgericht. Tegenwoordig heet dit speciaal onderwijs. “Mijn opa, klompenmaker, vond die school maar niets. Het buitengewoon lager onderwijs in die tijd had geen status volgens hem. Ik kon beter naar het ‘normale’ onderwijs gaan.

Op de Haarschool zaten kinderen van diverse pluimage die je goed onder de duim moest houden. Mijn eerste uitdaging echter doorstond ik met vlag en wimpel. Een leerling simuleerde een epileptische aanval en bleef liggen. Ik sommeerde de andere leerlingen om ruimte te maken, zodat ik hem een vreselijke schop onder zijn achterste kon geven. Ik was nog niet uitgesproken of de jongen vloog op en rende naar binnen. Je weet pas of je geschikt bent als leraar als je voor de klas staat. Verder moet je een beetje humor hebben, anders red je het niet.”

Oude Leeuwerikschool in het gebouw van de Haarschool aan de Borculoseweg

Na twee maanden moest hij in dienst en kwam als administrateur op de Harskamp. Een jaar later echter belde de Haarschool weer. De leraar die hij had vervangen, was definitief uitgevallen. Via een rekest kon hij vervroegd de dienst verlaten en belandde zo in zijn eerste baan als onderwijzer. Hij onderscheidde zich en volgde in 1966, zo’n vijf jaar later, mej. Gerlach op, het toenmalige hoofd van de school. Daarmee werd hij het jongste schoolhoofd in Nederland binnen het speciaal onderwijs.

Alle kinderen zijn gelijk

In 1972 verkreeg men toestemming voor een nieuw onderkomen aan de Wheemerstraat en veranderde de naam in de Diekmaatschool. Vanaf dat moment ook werden Gerrit n zijn collega’s directeur respectievelijk leraren genoemd in plaats van onderwijzers. Het zou een lange carrière worden waarin zijn rode PvdA hart menigmaal sneller zou slaan als gevolg van de ontwikkelingen binnen het onderwijs. Evenzoveel keer ook sprong hij dan op de bres voor zijn leerlingen. ‘Het ene kind is niet minder waard dan het andere’, pleegde hij te zeggen. ‘Het heeft alleen meer hulp nodig en daar heeft het recht op.’ De eerste keer was in de eerste helft van de jaren zeventig toen de ‘aandeelhouders’ van de Diekmaatschool, de vijf gemeentebesturen, zich aansloten bij de gedachtegang van het Pedagogisch Centrum Enschede. Dat pleitte ervoor dat alle kinderen in het reguliere basisonderwijs thuishoorden. Dat leidde ertoe dat er zich slechts één nieuwe leerling aanmeldde in 1976. “Ik kreeg een hoogoplopend meningsverschil met de schoolbegeleidingsdienst met een daaropvolgend spreekverbod. Na ingrijpen van de hoofdinspectie, kregen we toch de toezegging dat moeilijk lerende kinderen naar de Diekmaat mochten.”

De wettelijke scheiding tussen ‘moeilijke lerende kinderen’ (mlk onderwijs) en kinderen met ‘leer- en opvoedingsmoeilijkheden’ (lom onderwijs) was het volgende strijdpunt dat hij aanging. Hij kreeg het voor elkaar om, weliswaar met stilzwijgende toestemming van het ministerie, beide categorie kinderen onder een dak te brengen. Hij ontwierp een Leerling Volgsysteem voor ze met een stoplichtcontrole. Zo wist de leerkracht precies op welk niveau ieder kind functioneerde en welke extra hulp hij nodig had.

Speciaal onderwijs moest kapot

Door de mix aan instroom van leerlingen richtte hij in 1982 de Wheemergaarden op, een opleiding voor voortgezet buitengewoon onderwijs van 12-18 jaar. De helft van de lessen betrof praktijkles. Deze school zou later overgaan in Praktijkschool MaxX. In 1983 werd de Leeuwerikschool gebouwd, de school voor zeer moeilijk lerende kinderen. Deze werd in 1986 afgesplitst. “Begin jaren negentig hadden we 16 groepen op de Diekmaat met 230 leerlingen. Meer dan 80% van de schoolverlaters ging naar het reguliere vervolgonderwijs. De rest ging naar de praktijkschool. Zelfs Lochem en Haaksbergen sloten zich aan bij het speciaal onderwijs in Neede. De Diekmaat stond namelijk bekend om zijn goede reputatie wat betreft orde en regelmaat. Daarna dreigde het weer helemaal fout te gaan.
“Midden jaren tachtig hadden we al minister Deetman gehad die onder meer op het vervoer naar de school wilde bezuinigen. In de jaren negentig vond men in regeringskringen wederom dat het speciaal onderwijs teveel geld opslokte. Staatssecretaris Wallage kwam toen met het plan ‘Weer Samen Naar School’ (WSNS). Kinderen van het speciaal onderwijs moesten instromen in het reguliere basisonderwijs. Voor mij was dat de terugkeer naar de jaren dertig van de vorige eeuw. Het speciaal onderwijs moest kapot. Het gevolg was dat de kinderen met 12,13 jaar alsnog de overstap naar het voortgezet speciaal onderwijs moesten maken omdat ze het niet redden via de reguliere weg.” Die onvoorziene groei deed de bezuinigingsoperatie teniet. De Wheemergaardenschool begon in 1982 met vijftig leerlingen. Door WSNS steeg het aantal in 2006 naar 160 leerlingen. Sommige leerlingen stroomden door naar de Leeuwerikschool die daardoor in omvang toenam en in 1986 een nieuw, zelfstandig onderkomen en eigen bestuur kreeg. Dankzij intensief overleg met de 53 basisscholen uit de zeven ‘aandeelhoudersgemeenten’, bleef de schade voor de Diekmaat nog beperkt, maar het riep alom frustratie op.”

Veenvliet was een hele goede burgemeester

Hoewel Gerrit in 1994 met 57,5 jaar uit het onderwijs stapte, hij was naar eigen zeggen opgebrand, kijkt hij met veel plezier terug. “In totaal ben ik vier keer mee geweest naar een benoeming van een nieuw hoofd van een basisschool. Met de burgemeester, de onderwijsinspecteur en de chef onderwijs van de gemeente reden we dan naar de betreffende kandidaat om te zien of hij geschikt was.” Vooral burgemeester Veenvliet herinnert hij als een bekwaam en aimabel burgemeester. Meerdere keren ging hij mee op reis met hem. Een keer naar De Haag om bij het ministerie van Onderwijs te pleiten voor geld voor een nieuw onderkomen voor de Wheemergaardenschool. Daar aangekomen echter werden ze naar het ministerie van Financiën doorverwezen. “Veenvliet stond op een ogenblikkelijke afspraak, daar ze toch in Den Haag waren. Hij kwam daar met de betreffende ambtenaar in gesprek over diens maagaandoening. Door deze slimme, tactische manoeuvre ontstond een klik en kreeg hij de toezegging voor een semipermanente school. Dat werd een ‘keet’ op het industrieterrein in Neede.” Een andere keer betrof de aanstelling van Wim Engbers als hoofd van De Wissel. Wim was hoofd van een school in Hollum, op Ameland, en wilde daar weg vanwege de schoolplichtige leeftijd van zijn kinderen. “Vlak voordat we de boot bereikten, raakte Veenvliet met zijn auto in de slip en maakte een behoorlijke slinger. Uit macht der gewoonte begon ik, scheef weggezakt, behoorlijk te vloeken. De meegereisde onderwijsinspecteur kon dat niet waarderen, hij was namelijk van de SGP.” Het had geen invloed op de benoeming van Wim. Hij was volgens Gerrit een recht toe, recht aan man en heeft veel voor de school betekend. Hij maakte zelfs de nieuwbouwtekening van De Wissel voor het terrein naast de Diekmaat. “De uiteindelijke sluiting van de Wissel ten gunste van De Marke kon Engbers echter slecht verkroppen. Hij is erop afgeknapt.”

Bronnen beeldmateriaal:

  • “Gerrit Wormgoor” Rob weeber
  • “Boerderij Vonderman” HV Oud Noordijk
  • “ULO” & “Leeuwerikschool” Historische Kring Neede