Ca. 1880

14. Infrastructuur en transport

Neede bestond in 1852 nog geheel uit zandwegen. Vervoer van personen en goederen geschiedde via paard en wagen. De eerste verharding betrof puin gemengd met zand. In 1930 kwam het eerste asfaltbeton. Daarmee lag ook de weg open om nutsvoorzieningen onder de grond te leggen. Bovendien bevorderde de harde toplaag het transport. De GSM bijvoorbeeld begon in 1934 een busdienst naar Winterswijk. De trein was er al eerder. In 1881 werd de Geldersch-Overijsselsche LokaalspoorwegMaatschappij opgericht. In 1884 werden de baanvakken Winterswijk – Neede – Boekelo – Hengelo en Neede – Ruurlo geopend.

Hier wordt de Rapenburg geasfalteerd.

Het Tolhuis op de weg naar Borculo net voor de afslag naar Geesteren.

Het station in bedrijf.

Het is haast onvoorstelbaar, maar tweehonderd jaar geleden verplaatste iedereen zich in Nederland over zandwegen. De belangrijkste handelsroutes gingen via de Hessenwegen door het buitengebied, zoals de Hessenweg vanuit Vreden langs Neede naar Deventer. De andere wegen hadden maar een doel, de verbinding met het volgende dorp. Enige vorm van afstemming was er niet. Het betrof afzonderlijke trajecten die vanuit verschillende dorpen en steden werden onderhouden.

Infrastructuur

Neede bestond in 1852 nog geheel uit zandwegen. De eerste vorm van wegverbetering had in 1857 plaats. Het puin van de gesloopte PKN Kerk werd door het zand gemengd van de weg naar de molen. De volgende stap waren de grindwegen. In 1859 ontstond er een gezamenlijke grindweg tussen Hummelo en de Overijsselse grens. Ook Neede deed mee. Om de weg te mogen  berijden, werd tol geheven. Neede kende twee tolplekken, de Borculose grindweg en de Haaksbergseweg. Het eerste asfaltbeton kwam in 1930 toen de Borculose grindweg van een nieuw wegdek werd voorzien. De bereikbaarheid van Neede werd verder verbeterd door de verbreding van de Giffelerbrug in 1937. Dat werd toen een betonnen brug. In 1960 werd de rondweg aangelegd en was Neede vanaf de noordwestkant goed ontsloten. De verharding van de wegen bood ook mogelijkheden om nutsvoorzieningen, zoals water- en elektriciteitsleidingen, onder de grond aan te leggen. Maar niet alleen buiten de bebouwde kom werd verhard en vernieuwd, ook in het dorp zelf. De gemeente vergaderde in 1883 over de wijze van aanleg van een klinkertrottoir langs de Rapenburg tussen de katholieke kerk en de fabriek van Ten Hoopen. Discussiepunt was een goot van klinkers of van, zoals toen nog gebruikelijk, veldkeien. In de jaren 1893, ’94 en ‘95 werden in de dorpsstraat (Oudestraat) de veldkeien vervangen door ‘Brabantsche’ steenen (klinkers in waalformaat). Tussen 1936 en 1940 werden de Oudestraat, Rapenburg, Nieuwstraat, Stationsweg en de weg naar Noordijk verbeterd en voorzien van klinkers of asfalt.

Transport

De groei en wijze van transport zou hand in hand gaan met de verbetering van het wegdek. In 1934 bijvoorbeeld begon de GTM een busdienst tussen Winterswijk, Neede en Haaksbergen. In de tijd van de zandwegen echter ging alles nog met de paard en wagen of koets. Als eerste vervoersbedrijf geldt de Algemene Expeditie-Onderneming Van Gend & Loos. Zij begon in januari 1866 met een ‘wagendienst’ voor het vervoer van personen en goederen van Lochem naar Borculo, Eibergen en Neede. Een groot succes was het niet, de dienst werd per juli 1878 gestaakt. Aan de komst van nieuwe wegen lag het niet. In 1867 volgde de aanbesteding van de nieuwe grindweg naar Eibergen, mogelijk gemaakt door subsidie van de provincie.

Spoorwegnet

In de 19 e eeuw kwamen de spoorwegen opzetten. De lijn Amsterdam – Haarlem had in 1839 de primeur in ons land, geëxploiteerd door de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij (HIJSM). In de tweede helft van de 19 e eeuw kwamen de spoorlijnen in het oosten van ons land. Voor Neede werd de aangenomen ‘Locaalspoor- en Tramwegwet’ uit 1878 belangrijk. Het betekende dat ook particulieren konden investeren in het spoor. Veel textielfabrikanten deden dit. De Winterswijkse bontwever Jan Willink vroeg twee concessies aan, voor de lijn Winterswijk – Neede – Hengelo en op 27 december 1880 voor een zijlijn Neede – Ruurlo.

Op 18 juni 1881 werd in Winterswijk de Geldersch – Overijsselsche Lokaalspoorweg – Maatschappij (GOLS) opgericht. Zij nam de  concessieaanvraag van Willink over voor de aanleg van spoorwegen in de Achterhoek en de Graafschap. De financiering van de aanleg van ‘het spoor’, fl. 1.700.000,00, kwam voor bijna de helft van de 25 betrokken gemeenten (waaronder vele gemeenten die nooit aan het spoor hebben gelegen) en voor een iets geringer deel van particulieren in de streek. De gemeente Neede nam deel voor fl. 60.000,00 en particulieren uit Neede voor fl. 80.500,00. Op 15 oktober 1884 vindt de officiële opening voor het reizigersvervoer plaats van de baanvakken Winterswijk – Neede – Boekelo – Hengelo en Neede – Ruurlo. Het station in Neede was toen al gereed. Op 13 oktober 1904 werd te Goor de N.V. Locaal Spoorweg – Maatschappij Neede – Hellendoorn opgericht. Die lijn werd in 1910 geopend. Neede werd zo een belangrijk spoorwegknooppunt in de Achterhoek. Helaas stopte het reizigersvervoer per 2 oktober 1937. Het
goederenvervoer ging nog door tot 1972.

Bronnen:
Berkelland: Van bossen, beken en havezaten, Verkeer van A naar B
Eischt een bon. De Hummelo-Enschedese Kunstweg 1856-1994. A.G.B. Koster
Hoe Neede het licht zag. Een eeuw elektriciteit in Berkelland, Historische Kring Neede, 2013
Delpher: Krantenberichten
Berkelland: Van bossen, beken en havezaten, Verkeer van A naar B
Sporen van sporen. Geschiedenis van de Spoorwegen in Neede. G.A. Hemelman. HKN 1984

© Tekst Rob Weeber – Vanatoto.com